Bij het waterzuiveringsproces van Waterschappen ontstaat slib. Dit slib moet verwerkt en afgevoerd worden. De verwerking bestaat onder meer uit het indikken, vergisten en ontwateren van het slib. Om de afzet (hoeveelheid restproduct) zo laag mogelijk te houden en het vergistingsproces goed te laten verlopen, is een effectieve indikking en eindontwatering van belang.
Bij het ontwateringsproces gebruiken waterschappen zogenaamde flocculanten. Dit zijn stoffen die vlokvorming bevorderen en zodoende het scheiden van water en droge stof vereenvoudigen. De gebruikte flocculanten hebben vaak een petrochemische oorsprong. Zij maken het ontwateringsproces duur en en het gebruik ervan levert een belangrijke bijdrage aan de milieu voetafdruk van een rioolwaterzuivering . De Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) gaf daarom Aiforo, CE Delft en het CEW opdracht om groenere, biobased alternatieven te onderzoeken.
Twee fases
Het onderzoek is in twee fases uitgevoerd. Eerst is door Aiforo op basis van de literatuur en een marktconsultatie een verkenning uitgevoerd naar bestaande ervaringen met biobased of “groene” flocculanten. Op basis van de deze verkenning zijn de meest kansrijke alternatieven geselecteerd voor nader onderzoek. In dit nadere onderzoek is door CE Delft de milieu-impact van deze alternatieven ingeschat en vergeleken met de milieu impact van de petrochemische flocculanten. Bovendien zijn labproeven uitgevoerd met drie verschillende slibsoorten om een indruk te krijgen van de werking. De proeven zijn uitgevoerd door HBO studenten van Van Hall Larenstein, onder begeleiding van het CEW. De proefopzet en verwerking van de resultaten is uitgevoerd door Aiforo. De proeven vonden plaats in het Water Applicatie Centrum (WAC) in Leeuwarden.
Kansen
Het onderzoek laat zien dat er kansen zijn voor de toepassing van “groene” poly-elektrolyten, in eerste instantie vooral voor de indikking van het slib. Het onderzoek laat daarnaast zien dat met name kationische zetmelen bij deze toepassing kunnen concurreren met de huidige flocculanten. Voor een echte doorbraak is het nodig dat er een duidelijke marktvraag ontstaat. Een dergelijke marktvraag is nodig om investeringen in R&D bij de leveranciers te rechtvaardigen. Waterschappen zouden een dergelijke marktvraag kunnen creëren door aan te geven dat een percentage van de door hun ingekochte poly-elektrolyten “groen” moet zijn.