CEW bestaat dit jaar 10 jaar en daarom blikken we terug, maar vooral ook vooruit met mensen die er (bijna) vanaf het begin bij waren. Deze maand een interview met Manager Entrepreneurship bij WaterCampus Leeuwarden Ronald Wielinga.
Mijn naam is Ronald Wielinga en ik werk als manager Entrepreneurship bij WaterCampus Leeuwarden. Concreet betekent dit dat ik werk voor alle partners binnen WaterCampus. Naast CEW zijn dit Wetsus en Water Alliance. Binnen WaterCampus Leeuwarden hebben we een ondernemerschapsprogramma vormgegeven dat zich richt op 5 pilaren: talent, markt, financiering, kennis en faciliteiten. Allemaal essentieel voor het laten ontstaan en groeien van startups en mkb’s.
Voordat ik bij WaterCampus ben gaan werken, had ik mijn eigen bedrijf. Vanuit dit bedrijf werkte ik al veel samen met WaterCampus en andere Noord-Nederlandse initiatieven rond startups. Zo was ik programmadirecteur van BeStart en heb ik geholpen bij de vormgeving van de BioBizz hub. Werken als zelfstandige is heel leuk en geeft veel vrijheid. Tegelijkertijd miste ik een echt team waarmee je samenwerkt aan een langetermijndoelstelling. Bij WaterCampus heb ik het beide gevonden.
Innovatie en samenwerking. En precies deze twee drijfveren kom ik tegen in mijn werk. Binnen WaterCampus en het netwerk van bedrijven en kennisinstellingen rondom WaterCampus werken ongelooflijk slimme en gedreven professionals aan baanbrekende oplossingen die wereldwijd enorme (maatschappelijke) impact kunnen maken. Maar het is enorm complex om van deze inventies een innovatie te maken. Veel jonge ondernemers hebben een technische achtergrond en minder kennis en affiniteit met niet-technische aspecten van ondernemen. Juist in deze niet-technische aspecten liggen vaak de succesfactoren voor het vertalen van een baanbrekende inventie naar een succesvol toegepaste innovatie. En er zijn maar weinig ondernemers die deze vertaalslag alleen voor elkaar krijgen. Samenwerking met partners in de keten is cruciaal. Kortom, ik ben met mijn neus in de boter gevallen.
Mijn eerste contacten met CEW waren eind 2014. Samen met CEW maar ook CIV Water, Wetsus, Water Alliance, gemeente Leeuwarden en de provincie Friesland hebben we een onderzoek gedaan naar vraag en aanbod in de arbeidsmarkt van de Watertechnologiesector. Dit onderzoek vond plaats in 2015 en de voorstudie hebben we eind 2014 gedaan.
Dat onderzoek was voor mij de eerste kennismaking met alle partijen op WaterCampus Leeuwarden. Inmiddels werk ik er zelf, en dat is niet voor niets. De sfeer is uitstekend, collega’s zijn altijd bereid elkaar te helpen. En natuurlijk gaat niet altijd alles soepel, maar de intentie is er altijd op gericht om samen beter te worden.
In het onderzoek zijn een aantal conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan. Een van de aanbevelingen herinner ik me nog goed. Dat ging erover dat we in de sector veel meer zouden moeten inzetten op soft skills en leven lang leren. Kijkend naar de ontwikkeling die we hier binnen het WaterCampus ecosysteem gemaakt hebben, en dan heb ik het zeker ook over de enorme stappen die CIV-Water hier gezet heeft, dan is de aanbeveling zeker opgepakt.
CEW is cruciaal in het innovatie-ecosysteem van WaterCampus. Veel startups waarmee we vanuit entrepreneurship werken, hebben zelf niet alle kennis en ervaring in huis om hun inventie op te schalen naar pilots en demonstratieprojecten. Hier vervult het CEW een heel belangrijke rol. De collega’s van CEW hebben juist hier enorm veel ervaring en daarnaast ook nog eens een uitstekend netwerk naar bijvoorbeeld eindgebruikers. Daarnaast vervult CEW ook een belangrijke rol bij het leggen van de verbinding tussen studenten en de bedrijven. Voor de vaak kleine bedrijven waar ik mee werk een uitstekende methode om te scouten voor talent. Het komt dus heel vaak voor dat ik een kennisstarter, startup of mkb in contact breng met het CEW om gezamenlijk een toegepast onderzoeksproject vorm te geven. Daar komt bij dat het CEW ook belangrijk is voor het enthousiasmeren van jonge talenten voor werk in de watersector.
De afgelopen 10 jaar is CEW in staat geweest om haar toegevoegde waarde in de innovatiecyclus aan te tonen. CEW heeft zich ontwikkeld als projectenorganisatie waar tientallen eindgebruikers en technologiebedrijven maar wat graag aankloppen voor hun projecten. Met het vormgeven van thematische platformen zijn stappen gezet om, ook los van projecten, te werken aan innovatie. Ik hoop dat dit de komende jaren verder uitgebouwd gaat worden, waardoor het CEW een nog bredere en sterkere basis gaat krijgen. Maar in mijn ogen ligt er een gouden toekomst voor het team van CEW.