In samenwerking met Riemersma Bouw & Project, Broos Water B.V. , Frisia Burgum en Waterschap Zuiderzeeland voert het CEW verkennend onderzoek uit naar het gebruik van verschillende typen vegetatiematten voor het zuiveren van erfafspoelwater. Vrijdag 20 april hebben de partners een bezoek gebracht aan het lopende experiment in het kassencomplex op het dak van Van Hall Larenstein.
Binnen het onderzoek wordt gekeken wat de exacte zuiveringscapaciteit is van twee typen vegetatiematten en wat het effect is van verschillende dakhellingshoeken op het zuiverend vermogen. De metingen worden uitgevoerd door MBO Life Sciences-studenten Vera van der Meer (Chemisch-fysisch analist) en Janine Wijkstra (biologisch-medisch analist). De matten bestaan uit verschillende in het wild voorkomende moerasplantensoorten zoals de gele lis, dotterbloem, oeverzegge, moeraszegge en de kattestaart.
In de praktijk leidt het afspoelwater van boerenerven tot vervuiling van de lokale wateren en vertegenwoordigt dit gemiddeld een vuillast overeenkomend met die van 20 à 30 huishoudens. De twee typen matten, oorspronkelijk bedoeld om regenwater van kale slootoevers en daken mee bufferen, worden nu getest op hun geschiktheid om erfafspoelwater te zuiveren. Bij positieve resultaten kan het lokale milieu worden ontzien en kan water bovendien hergebruikt worden voor irrigatie en als drinkwater voor het vee.
Een praktisch voordeel van een moerasdak is dat zowel bestaande als nieuwe daken gebruikt kunnen worden. De nieuwe groene bekleding leidt niet tot een extra dakbelasting zoals dat wel het geval is bij een groendak op basis van bijvoorbeeld sedum.
Andere voordelen zijn:
Uit onderzoek gedurende de eerste periode in de kas is al gebleken dat de planten die bevloeid zijn met een kunstmatig erfafspoelwater erg goed wortelen en groeien. Verder is kwam naar voren dat de opname van water door de planten beperkt kan zijn bij een te steile helling (tussen de 15 en 25 graden). Hoe de daadwerkelijke verwijdering van stikstof, fosfaat en organisch materiaal precies verloopt, wordt nu met behulp van regelmatige metingen verder in kaart gebracht.