Het CEW heeft recentelijk aan haar partner, WLN, vier onderzoeksrapporten overhandigd. WLN vormt een belangrijke schakel in het totaal van onderzoeks- en innovatieactiviteiten van de drinkwaterbedrijven Waterleidingmaatschappij Drenthe (WMD) en Waterbedrijf Groningen (WBG). In 2013 heeft WLN het CEW opdracht gegeven om vier projecten op het gebied van watertechnologie uit te voeren en te beschrijven.
1. Sensoren voor monitoren nagroei in waterleidingen
CEW heeft onderzocht of er in de wetenschappelijke literatuur sensoren beschreven zijn die interessant zijn voor de drinkwatersector. Sensoren die nagroei van biofilm in drinkwaterleidingen meten. Voor dit onderzoek heeft CEW verschillende meetprincipes op een rij gezet. Daarnaast is er een overzicht gemaakt van commercieel beschikbare sensoren.
2. Vervuiling en reiniging van ultrafiltratie en omgekeerde osmose membranen
Het reinigen van membraaninstallaties kan tot hoge kosten leiden. Voor de installaties van de industriewaterdochters van WML, WMD en WBG, heeft het CEW de verschillende membraanvervuiling en toegepaste reinigingsprotocollen geïnventariseerd. Het gaat hier voornamelijk om installaties die proceswater bereiden uit oppervlaktewater.
3. Passive sampling voor monitoren oppervlaktewater
De waterkwaliteit van de Drentse Aa wordt door WLN gemonitord met een automatische bemonsteringsapparaat (autosamplers). WLN en Waterbedrijf Groningen zijn op zoek naar de bron van een aantal van de waargenomen verontreinigingen (organische microverontreinigingen). Het is heel bewerkelijk om met een groot aantal autosamplers het veld in te gaan. WLN heeft CEW gevraagd om te inventariseren of er een alternatief is. Er is een overzicht gemaakt van beschikbare passive samplers om dergelijke verontreinigingen te monitoren. Het onderzoek laat zien dat er een groot aantal systemen bestaan. Deze hebben nog wel verdere praktijktesten nodig.
4. Toepassing van ozon als voorbehandeling ‘ Waterakkers’
In het Waterapplicatiecentrum (WAC) heeft CEW onderzoek gedaan naar de behandeling van oppervlaktewater met behulp van ozon. Het gaat hier om oppervlaktewater met een hoge kleur, veroorzaakt door humusverbindingen. Met de ozon worden de grote organische moleculen in kleinere stukken geknipt, waardoor de kleur verdwijnt en het gehalte afbreekbaar organisch materiaal toeneemt. Dit laat zien dat ozonisatie geschikt is als voorbehandeling van een biofiltratie stap. Dit kan een biologische actief kool- en snelfilter zijn, maar ook een ‘Waterakker’ zoals door WLN en WMD in Erica is getest.